Smartphones worden steeds duurder. De toestellen van Samsung, Google, Oppo en OnePlus zijn nu honderden euro’s duurder dan een paar jaar geleden. Hoe gaat dit zo snel? De prijsstijging is gebaseerd op de zes onderstaande redenen.
De reden dat smartphones steeds duurder worden
De OnePlus 5 kwam uit in 2017. Het toenmalige toptoestel van fabrikant OnePlus had een prijskaartje van €499. Begin vorig jaar verscheen de OnePlus 9 voor €699, en als je kiest voor het vlaggenschip van dit jaar de OnePlus 9 Pro, dan mag je zelfs €899 aftikken.
Eén ding is zeker: smartphones lijken steeds duurder te worden. OnePlus is zeker niet de enige, aangezien bijna elke telefoonfabrikant de afgelopen jaren de prijzen heeft verhoogd. De logische vraag is dus: waarom? Er zijn veel redenen waarom smartphones duurder zijn geworden.
1. Een overvolle markt
Een belangrijke verklaring is dat de verkoop moeilijker is geworden. De reden hiervoor is de overvolle markt. Steeds meer mensen gebruiken tegenwoordig smartphones dan een paar jaar geleden, en ze gaan ook nog eens langer mee.
Hierdoor wordt de turnover rate van telefoons korter. Om toch dezelfde omzet te behouden, stonden telefoonproducenten (momenteel nog steeds) voor een dilemma: meer smartphones verkopen of bestaande toestellen duurder maken. Veel partijen hebben voor de laatste optie gekozen.
2. De overheid is strenger geworden
Daarnaast is ook de telefoon branche veranderd. Als er tegenwoordig een telefoon abonnement wordt afgesloten, krijg je een BKR-registratie. Zo weet je als consument vooraf wat de kosten zijn van de telefoon en het daarbij behorende abonnement.
Als gevolg hiervan kunnen providers en verkopers niet langer doen alsof smartphones “gratis” zijn inbegrepen bij een abonnementen, zoals ze vroeger wel deden. Hierdoor is de prijs van het toestel transparanter geworden.
3. De Productiekosten zijn flink gestegen
De uiteindelijke verkoopprijs van een smartphone komt natuurlijk niet zo maar uit de lucht vallen, het is de som van alle onderdelen en verschillende marges op de onderdelen. Zo zijn telefoonschermen de afgelopen jaren groter geworden, en laat dat nou net één van de duurste onderdelen van een smartphone zijn. Daarom raden wij je ook zeker aan om een goed telefoonhoesje en andere accessoires zoals een screenprotector aan te schaffen.
De wereldwijde chip crisis helpt ook niet mee, want de concurrentie tussen fabrikanten is hevig. De chips die er momenteel wel zijn moeten tegenwoordig ook nog steeds meer kunnen, aangezien smartphones steeds krachtiger worden. Conclusie, het wordt steeds duurder om telefoons te maken.
In 2021 kostte het Samsung $399,50 om de Galaxy S21 te bouwen, dat blijkt uit de berekeningen van Counterpoint Research. De Samsung Galaxy S7, die in 2016 verscheen, kostte “slechts” $255 om te produceren. Het verschil in productiekosten is dan ook aanzienlijk.
4. De telefoonmarkt neemt volwassen vormen aan
Nog een belangrijke reden: de smartphonemarkt is de afgelopen jaren volwassener geworden. In het verleden produceren fabrikanten slechts enkele toestellen per jaar, terwijl het gemiddelde telefoonbedrijf van vandaag de dag een goed doordacht en uitgebalanceerd productportfolio heeft. Dit maakt het steeds moeilijker om verleden en heden met elkaar te vergelijken.
Zo maakte Samsung vroeger twee versies van zijn vlaggenschip: de “gewone” Samsung Galaxy S7 en de betere, duurdere S7 Edge. Vandaag bevat de bovenste regel al drie versies. Je kunt kiezen uit Samsung Galaxy S22, S22 Plus of S22 Ultra. Als je wat meer ruimte in je portemonnee hebt, dan kun je ook de opvouwbare Samsung Galaxy Z Fold 3 overwegen (adviesprijs van €1799).
5. Telefoonproducenten werden merken
Het komt er dus op neer dat het aantal prijscategoriën is toegenomen in de telefoonsector. Vroeger had je budget-, mid-range en flagship telefoons, maar tegenwoordig zitten daar ook nog één of twee sectoren boven.
Dit heeft te maken met het feit dat telefoonproducenten merken zijn geworden. Technische specificaties zijn niet van belang voor de gemiddelde consument, maar merkherkenning voert de boventoon.
Met de bekende en gevestigde merken zoals Samsung en Huawei, is het moeilijk om hen de schuld te geven omtrent het opdrijven van de smartphone prijzen.
6. De Inflatie
Ten slotte speelt ook inflatie een rol. In de inleiding van dit artikel noemden we de OnePlus 5. Die kwam in 2017 uit voor een prijs van €499, wat nu neerkomt op ruim €534. Dus om telefoon prijzen echt goed te kunnen vergelijken, moet je altijd corrigeren voor inflatie.